samen

Verhoog de minimuminkomens tot een menswaardig inkomen

Op 20 december publiceert het Steunpunt – een interfederale, publieke en onafhankelijke instelling – zijn 12de tweejaarlijks Verslag. Het is gewijd aan de financiële dimensie van armoede.

Armoede raakt verschillende levensdomeinen en is multidimensioneel, maar het gaat altijd om een gebrek aan financiële middelen. Een gebrek aan geld hypothekeert de grondrechten van mensen in armoede en confronteert hen op verschillende levensdomeinen met ongelijkheden en uitsluiting. Een menswaardig inkomen is essentieel om greep te hebben op het eigen leven, een toekomst uit te bouwen en rechten en verantwoordelijkheden uit te oefenen.

Onder de armoederisicogren

De minimumuitkeringen bevinden zich, in bijna alle gezinssituaties, onder de armoederisicogrens. Een leefloon als alleenstaande komt overeen met 78 % van de armoederisicogrens ; als gezinshoofd met 67 % en als samenwonende met 69 %. De armoederisicogrens is een monetaire grens die via een algemeen aanvaarde, Europese methodologie aangeeft dat mensen in armoede leven. Sinds 2022 ligt die armoedegrens voor een alleenstaande op 1.366 euro per maand en voor een huishouden met twee volwassenen en twee kinderen op 2.868 euro per maand. Volgens de gegevens van EU-SILC 2022, gebaseerd op inkomens van 2021, moeten meer dan 1,5 miljoen mensen – of 13,2 % van de Belgische bevolking – leven met een inkomen onder de armoederisicogrens.

De uitkeringen effectief op te trekken tot aan de armoederisicogrens

Maatregelen zoals gratis schoolmaaltijden of vouchers om basisproducten aan te kopen, gaan voorbij aan het belang van over een menswaardig inkomen te beschikken. Ook de referentiebudgetten – die het minimumbedrag aangeven dat nodig is om in de basisbehoeften te voorzien – bevestigen dat de meeste uitkeringen niet volstaan om menswaardig aan de samenleving deel te nemen. Er waren duidelijke politieke voornemens en inspanningen om de uitkeringen te verhogen, maar de doelstelling om ze op te trekken tot aan de armoedegrens werd niet gerealiseerd.

Stijgingen van prijzen

De voorbije twee jaar is de gestegen levensduurte voor vele personen bovenop een reeds erg moeilijke situatie gekomen. De stijgingen van de energieprijzen waren hallucinant, al zijn ze nu terug op het niveau van twee jaar geleden. Maar hoge afrekeningsfacturen voor die periode hebben voor vele huishoudens een dramatisch effect gehad op hun budget. Wat de voedselprijzen betreft, is die impact nog altijd zeer aanwezig. Ze zijn gestegen sinds eind 2021. In maart 2023 waren ze 17,02 % hoger dan het jaar ervoor, in november 2023 nog steeds 8,22 %. Sommige basisproducten, bijvoorbeeld spaghetti, waren op bepaalde momenten meer dan 50 % duurder dan een jaar voordien. Mensen in armoede hebben geen buffer om deze prijsstijgingen op te vangen : 22,7 % van de Belgische bevolking kan zich geen onverwachte uitgave van 1.300 euro veroorloven. Bij de kwetsbare groepen (werklozen, huurders en eenoudergezinnen) is dit meer dan 50 % (EU-SILC 2022). Bovendien hebben ze ook geen mogelijkheden om zich te verbeteren.

Digitalisering

Door de digitalisering en door een toenemende voorwaardelijkheid van rechten wordt de toegang tot rechten moeilijker. De omvang van de non-take-up van rechten – situaties waarin mensen hun rechten niet realiseren – is bijzonder groot. Zo wordt de non-take-up van het leefloon op ongeveer 45 % geschat, van de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) op ongeveer 50 %, van de Verhoogde Tegemoetkoming (VT) op ongeveer 45 % op actieve leeftijd en 24 % voor 65+, en van de Verwarmingstoelage tussen 78 % en 94 % op actieve leeftijd en tussen 67 % en 88 % voor 65+ (cijfers van het TAKE-onderzoeksproject).

De strijd tegen armoede voeden

Op basis van deze vaststellingen vraagt het Steunpunt tot bestrijding van armoede een politieke, ambitie om de uitkeringen effectief op te trekken tot aan de armoederisicogrens. Ook dient er op de verschillende overheidsniveaus ingezet te worden op een effectieve toegang tot financiële ondersteuning en diensten. Dit kan door de strijd tegen non-take-up van rechten op te voeren, en onder andere te voorzien in een plan op elk overheidsniveau.

Het Verslag bevat heel wat aanbevelingen en wordt overgemaakt aan de beleidsverantwoordelijken, op de verschillende overheidsniveaus, in functie van een sterk beleid inzake armoedebestrijding. Het staat ook geagendeerd op de Interministeriële Conferentie ‘Maatschappelijke integratie, Wonen en Grootstedenbeleid’ (IMC) begin februari, om de interfederale samenwerking in de strijd tegen armoede te voeden. Het Steunpunt tot bestrijding van armoede hoopt dat het Verslag ook zijn weg vindt naar de toekomstige regeringen van ons land.

Partager cet article

Facebook
Twitter